Betonstop
Het woord “Betonstop” is inmiddels deel gaan uitmaken van het dagelijks in de media aangewend jargon als het over de ruimtelijke ordening gaat. Want inderdaad… daar gaat het eigenlijk over: de ruimtelijke ordening en niet het beton. “Betonstop” bekt dan misschien wel goed volgens sommigen; maar het is meer dan een misplaatst woordgebruik volgens ons.
FEDBETON heeft dan ook, met enige vertraging om eerst na te gaan of het echt ging ontsporen, kordaat gereageerd in december ‘16 nadat Minister Joke Schauvliege en Minister President Geert Bourgeois tijdens hun uiteenzettingen in het Vlaams Halfrond het woord Betonstop misbruikt hadden, net voor het reces van juli ‘16. Klik hier voor de brief.
Het prompte antwoord van Minister Schauvliege leek bemoedigend.
Klik hier voor de brief.
Echter moeten we ook vaststellen dat de initiatieven van de overheid er niet enkel in bestaan om in de toekomst minder openbare ruimte te gaan innemen maar ook voorzien om subsidies toe te kennen voor “onthardingsprojecten” (lees en versta: het opbreken van bestaande verhardingen). omgevingvlaanderen.be/ontharden
infobeton.be (waarvan FEDBETON stichtend lid is) heeft gereageerd op dat initiatief vanwege Vlaanderen en geponeerd dat de betonsector sinds geruime tijd ook al materialen en probate toepassingen in zijn gamma heeft die toestaan dat het water ter plaatse kan infiltreren. Klik hier voor de persmededeling.
De te snelle afwatering via rioleringen ten gevolge van te veel en te grote verharde oppervlakken worden vaak op de korrel genomen als het over overstromingen gaat e.d. Dat mag dan misschien ook wel juist zijn; alleen… de architect – de bouwheer – de klant – heeft gekozen om een niet-waterdoorlatende verharding aan te leggen en niet te kiezen voor een oplossing met rechtstreekse waterinfiltratie in de ondergrond.
De betonsector heeft de antwoorden en oplossingen in huis die nodig zijn om tegemoet te komen aan de noden van huisvesting, kantoren, infrastructuur… en dergelijke met aandacht voor de mens en het milieu. Maar de klant bepaalt in functie van zijn portefeuille wat hij aankoopt. Dat doen de overheden zelf ook trouwens - zeer vaak kiezen ze voor asfaltwegen die goedkoper uitvallen dan betonwegen; maar met het gekend fenomeen dat de gebruiker (en belastingbetaler) met de regelmaat van de klok ergens in de file staat omdat de toplaag dient te worden weg geschraapt en door een nieuwe slijtlaag dient te worden vervangen. Het is maar hoe men zijn rekening maakt op lange termijn en hoe men het begrip ‘duurzaamheid’ valoriseert in de echte wereld.
Een kleine bedenking nog misschien? Sommige Vlaamse (maar wellicht ook andere) steden en gemeenten hebben jaren geleden zeer mooie aanplantingen (bloemenperken, borders en tuinen) vervangen door verhardingen en grote pleinen (ook in Vietnamese blauwe hardsteen terwijl er ook duurdere Belgische equivalenten van veel én veel betere kwaliteit bestonden op dat moment en voor Waalse werkgelegenheid hadden kunnen zorgen). Het motief was dus 2 x de begroting: de gemeentelijke groendiensten worden bemand door mensen en die mensen kosten geld; geld dat de gemeenten alsmaar moeilijker daartoe konden vrijmaken omdat ze gebukt gingen/gaan onder de hoge kosten van de met pensioen gestelde werknemers. Die kost weegt nog steeds op de gemeentelijke budgetten. De vraag is wie dan in de toekomst het onderhoud van de nieuwe inplantingen zal uitvoeren (vermits de verhardingen er terug uit moeten) en wie de kost zal dragen. Een kleine déjà-vu of een klein nadenkertje met signatuur Kafka?
|